+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Korintiërs
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 27 %
1Kor. 3
3:1 Ik 1), broeders en zusters, kon niet met jullie spreken
als mensen van de geest
maar van het vlees, 2)
als onmondigen in Christus.
2 Melk liet ik jullie drinken,
geen vast voedsel,
dat konden jullie nog niet aan.
3 Maar dat kunnen jullie nu nog steeds niet aan,
want jullie zijn nog vleselijk
want wanneer jullie jaloers zijn en wedijveren,
zijn jullie dan niet vleselijk,
is jullie levenswandel dan niet naar de mens?
4 Want wanneer iemand zegt:
Ik ben van Paulus,
en een ander:
Ik van Apollos,
zijn jullie dan niet gewoon mensen? 3)
5 Wat is Apollos nou?
En wat Paulus?
Dienaren door wie jullie vertrouwen kregen.
zoals de Heer aan ieder heeft gegeven.
6 Ik heb geplant,
Apollos gaf water,
maar God liet groeien.
7 Niet wie plant is iets
of wie water geeft,
maar God die laat groeien.
8 Wie plant en wie water geeft zijn hetzelfde,
ieder zal het eigen loon naar de eigen arbeid krijgen.
9 Want wij zijn medewerkers van God,
Gods akkerland en Gods bouwwerk zijn jullie.
10 Naar de genade van God die mij is gegeven
heb ik als een wijs/kundig bouwmeester een fundament gelegd,
een ander bouwt daarop voort.
11 Ieder moet kijken 4) hoe hij bouwt,
want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt
namelijk Jezus Christus.
12 Of men nu op dit fundament voortbouwt
met goud, zilver, kostbare steen, hout, hooi, riet,
het werk van ieder zal aan het licht komen,
13 want de dag zal het duidelijk maken 5)
omdat deze zich in het vuur openbaart;
wat de kwaliteit van ieders werk is,
het vuur zal het uitwijzen.
14 Als het werk van iemand stand houdt,
wat hij gebouwd heeft,
zal hij loon krijgen.
15 Als het werk van iemand afbrandt,
zal hij daarvoor boeten,
zelf zal hij gered worden,
maar als door het vuur heen.
16 Weten jullie niet
dat jullie een tempel van God zijn
en dat Gods geest in jullie woont?
17 Als 6) iemand de tempel van God schendt,
zal God hem schenden;
want de tempel van God is heilig;
(die tempel) dat zijn jullie. 7)
18 Laat niemand zichzelf misleiden.
Als iemand onder jullie meent wijs te zijn volgens deze tijd,
moet hij dwaas worden om wijs te worden.
19 Want de wijsheid van deze tijd 8)
is dwaasheid voor God.
Want er is geschreven:
die de wijzen vangt in hun eigen sluwheid;
20 en nogmaals: de Heer kent de overleggingen van de wijzen:
vruchteloos zijn ze.
21 Laat daarom niemand zich beroemen op mensen,
want alles is van jullie,
22 Of het nu Paulus is, of Apollos of Cefas, of de wereld,
of leven of dood, of heden of toekomst;
alles is van jullie.
23 Jullie echter zijn van Christus,
en Christus is van God.

1vertaling van Marianne Storm
2In samenspraak met Jaap Goorhuis kies ik als vertaling voor πνεῦμα en σάρξ de gebruikelijke termen “geest” en “vlees”. Ik houd mijn gebruikelijke vragen bij die combinatie vlees en geest. Nu gaat geest nog wel, maar vlees? Daarom was ik blij met de vertaling van Leen de Ronde voor σάρξ in 1 Kor 1,26: niet “vlees”, maar “uit jezelf”. Wanneer je dit volhoudt, kom je dan toch niet voor de vraag te staan – zeker in de combinatie – hoe vertaal je nu pneuma: geest? Of blijft alles toch dat een kwestie van uitleg achteraf? Met andere woorden op iedere plaats weer afwegen: hoe vertaal ik het en hoe leg ik het vervolgens uit? Hier misschien voor σαρκικός eenzelvig” of “zelfzuchtig”; in de NBV: “van deze wereld”.
3Of “vleselijk” volgens de lezing uit het kritisch apparaat.
4Of “opletten”.
5NBV: Op de dag van het oordeel zal blijken …
6vertaling van Gerda van Deelen
7wat het Grieks betreft: hoe de congruentieregels in het Grieks zijn maakt niet uit voor het Nederlands, die taal heeft eigen congruentieregels. wat wel uitmaakt: waar verwijst ὅστις (voorwerpelijk) naar? Dat wil ik dan ook in het Nederlands duidelijk maken. Volgens mij en vele vertalingen verwijst ὅστις naar 'tempel Gods'. In het Nederlands kun je niet zeggen 'dat tempel' (onzijdig), het moet dan zijn 'die'/'welke', die tempel. Gebruikelijker is intussen wellicht: 'dat zijn jullie', maar grammaticaal correct is: die/welke jullie zijn of die zijn jullie, dan gaat er ook geen informatie verloren. Ik heb 'die tempel' tussen haakjes ertussen gezet.
8mensentijd, eeuw